De taal des volks


Jan Swerts (1820-1879) (hieronder) en Godfried Guffens (1823-1901) werkten maar liefst twaalf jaar aan de kruiswegstaties in de Sint-Joriskerk, van 1859 tot 1871. De teksten onder de kruiswegstaties zijn – en bedenk dat zulks in 1871 beslist geen evidentie was – in het Nederlands. Dat bleef destijds niet onopgemerkt. Een paar dagen voor de officiĆ«le inwijding was een journalist van de Gazet van Gent al een kijkje komen nemen. Zijn krant publiceerde op 23 november 1871:. Wat wij Vlamingen in dit werk vooral moeten goedkeuren, wat de vaderlandsche gevoelens van de kunstenaars, die het uitvoerden, vooral tot eer strekt, is dat al de opschriften en schriftuurplaatsen zonder uitzondering in de taal des volks in het Vlaamsch zijn vervaardigd. 't Is niet meer dan natuurlijk, zal men zeggen. Eilaas, al wat natuurlijk is, wordt daarom door onze kunstenaars in dergelijke gevallen nog niet in acht genomen. Weinigen hebben de moed de rechten der taal, waar het de opschriften en verklaringen onzer monumenten geldt, te eerbiedigen en te verdedigen. Daarom zijn wij de heren Guffens en Swerts dank verschuldigd, dewijl zij ten minste den moed, en mogen wij er bijvoegen, dit verstand hebben gehad.